Systeem dynamisch onderzoeken

Inhoudsopgave

Tegendelige en tegenstellende dynamiek tussen onderzoek en voordracht.

De wijze waarop je onderzoek doet, is mede afhankelijk van de gekozen methode. Binnen artes Sophiae verband onderscheiden we de empirische cyclus in samenhang met het ontologische paradigma, de fenomenologische cyclus / het mythische paradigma en de action research cyclus / functionele paradigma.

In bovenstaande dynagram wordt de action research methode met haar vier fasen:

open dating, axial dating, conceptual dating, functional dating, in verband gebracht met de vier facetten van kennisverwerving: data, informatie, intelligentie, competentie.

Vanuit de artes Sophiae optiek dient men de stappen in de action research methode systeem dynamisch in te richten middels de configuratieve componenten van het grondpatroon (zie theorieboek). Tevens wordt de action research methode verbonden met de techniek van het in kaart brengen van de geest (mind-mapping).

De techniek van mind-mapping wordt binnen artes Sophiae vierledig gedifferentieerd: schema, plaatje, model, patroon. In samenhang hiermee, elders beschreven als mind mapping, design mapping, conceptual mapping, functional mapping.

Het betreffen even zovele, zich steeds verdiepende, niveaus waarop mogelijke verbanden in kaart worden gebracht. De te vormen kaarten / grammen betreffen het pogen om de werkelijkheid in beeld en tot begrip te brengen, derhalve vormt een kaart van de geest slechts de wijze waarop en niet zozeer de werkelijkheid zelve.

Stapsgewijs dien je je data in de open dating fase te verzamelen al of niet op grond van een vraagstelling en of hypothese. De kunst is nu om deze data zodanig te ordenen dat er een mindmap ontstaat. Een mindmap heeft nog een schematisch karakter, het betreft een eerste poging tot ordening van de voorhanden gegevens, data.

In deze eerste poging tot ordening, dien je mogelijke raakvlakken tussen een veelheid aan data zodanig af te grenzen, dat je zicht krijgt op een mogelijke klasse van begrippen, die al of niet met elkaar zouden kunnen samenhangen.

Vervolgens dien je de bepalende begrippen zodanig te definiëren, af te grenzen en te omschrijven, dat je bij wijze van spreken er een bouwsteen en of hoeksteen mee verwerft, op grond waarvan je een mogelijke kaart / gram kunt inrichten.

Een goed gedefinieerde begrip vormt in deze een belangrijke coördinaat, die we enerzijds kunnen omschrijven als een knooppunt, in dit begrip komt iets wezenlijks tot stand en anderzijds kunnen omschrijven als een bronpunt, met dit begrip als bron kunnen we een mogelijk functioneel conceptueel veld in werking stellen.

Wanneer je een logische klasse van al of niet samenhangende relevante begrippen in je onderzoek op het spoor bent gekomen, dan wordt het nu zaak te gaan onderzoeken hoe deze bepalende begrippen zich tot elkaar kunnen verhouden. Wanneer twee bepalende begrippen zich tot elkaar zouden kunnen verhouden dan dien je nog te bepalen op welke mogelijke as die twee begrippen vervolgens gepositioneerd kunnen worden. Er staan in een gram diverse assen ter beschikking, zie het grondpatroon.

Met het zoeken naar bepalende assen beland je in de axial dating fase, je zoekt welke bronpunten eventueel zich zodanig tot elkaar kunnen verhouden dat ze al of niet op een polaire as, een duale as, een impuls as, een plaats as, gepositioneerd kunnen worden. Met vier assen kun je al 8 mogelijke bepalende begrippen zodanig ordenen, dat je informatie genereert, immers data op zich dienen nog aan betekenis te winnen, in een bepaald axiaal verband kunnen ze mogelijk informatief worden.

Data, zodanig ordenen over mogelijke assen, impliceert al dat ze in een onderling axiaal verband wellicht aan betekenis winnen, ze kunnen elkaar versterken, aanvullen, opeen volgen, af wisselen en wel zodanig dat ze met elkaar een mogelijk verband kunnen gaan vormen. Daarmee belanden we in de fase van een hypothetisch concept: conceptual dating.

In deze fase dienen mogelijke verbanden tussen mogelijk relevante begrippen op mogelijke axiale posities nader onderzocht te worden op mogelijke contouren, samenhangende verbanden. In het kunnen contoureren ontstaat een mogelijk conceptueel kader waarin en waardoor je iets begint te begrijpen, te snappen; je inzicht verwerft omtrent een mogelijke samenhang. Deze samenhang evenwel dien je nog nader te onderzoeken op haar coherentie en of consistentie. In hoeverre vormt dit mogelijk concept een mogelijk functioneel verband. Kun je op een intelligente en inzichtelijke wijze er een sluitend verhaal van 'breien'.

Sluitend impliceert dat de gekozen relevante begrippen ertoe doen, dat ze elkaar niet uitsluiten, maar insluiten, dat ze zodanig op elkaar aansluiten dat hierdoor een sluitend verhaal ontstaat. Dat impliceert ook dat waar nodig de begrippen nog opnieuw gepositioneerd dienen te worden afhankelijk van de onderscheiden optieken, referentiekaders, contexten, klassen en nog mogelijke andere relevante begrippen.

Het is een wikken en wegen zodat er een intelligent design vermag te ontstaan waaruit iets spreekt. Uiteindelijk ontstaat er zodanig zicht op hetgeen met elkaar een samenhangend conceptueel verband kan vormen, dat we mogen spreken van een model waarin de contouren nader geëxpliciteerd kunnen worden.

Dit nader expliciteren vraagt om een systeem dynamische validering op grond waarvan het model al of niet compatible wordt met andere modellen en wel zodanig dat ze met elkaar een samenhangend systeem dynamisch patroon vormen met een fractale structuur. Fractalen herhalen steeds op een unieke wijze hetgeen ze deels doen overeenkomen en deels doen verschillen.

Uiteindelijk dienen de relevante begrippen op de betreffende coördinaten van een systeem dynamisch veld, in deze de te onderscheiden bouwpatronen en of grammen (dia gram / dynagram / etc.) zodanig gepositioneerd te zijn, dat ze in samenhang een integraal resonerend veld vormen. Een bepaalde logische klasse van relevante begrippen is zodanig axiaal gepositioneerd, dat de bepalende begrippen op de onderscheiden coördinaten met elkaar een conceptueel verband vormen in een functioneel systeem dynamisch veld, cq patroon, een geheel van analoge veldjes en of grammen.

Pas dan kunnen we een mogelijk model opnemen in het geheel aan modellen, daarmee snijdt het systemische mes aan twee kanten. Enerzijds brengen we complexe fenomenen in een beeldlogisch geordend veld tot begrip en anderzijds kunnen we vanuit systeem dynamisch geordende veldjes de complexe werkelijkheid onderzoeken. Enerzijds integreren we kennis tot behapbare visuele modellen en anderzijds kunnen we van daaruit de werkelijkheid viseren om nog onvermoede verbanden te achterhalen en aan het licht te brengen.

Zodra het model iets vermag te belichten mag het geprojecteerd worden om hetgeen aan het licht is gebracht uit te lichten en hier vangt de presentatie aan. Op de wand staat een model geprojecteerd die de toehoorders van de voordracht gaat inlichten omtrent hetgeen in het model aan het licht is gebracht.

Evenwel is het model, hoe ingenieus systeem dynamisch onderbouwd en gevalideerd, voor de toehoorder en toeschouwer slechts nog een schema. Met andere woorden het resoneert nog niet in de toehoorder als een resonerend veld, het moet nog tot klinken worden gebracht en wel middels de presentatie die geduldig stap voor stap de toehoorder moet uitnodigen deel te gaan nemen aan wat zich wil ontvouwen.

Daartoe moet de degene die de voordracht houdt de bepalende begrippen weer tot leven wekken. Dat wil zeggen hij hoeft nu niet meer, sterker nog, hij mag nu niet meer in het wilde weg beginnen. Hij dient een helder gedefinieerd vertrekpunt te bepalen van waaruit hij de voordracht stapsgewijs en puntsgewijs wil opbouwen, daartoe nut zij/hij het in beeld gebrachte model als een kaart waarop zij/hij de route wil uitzetten voor de opbouw van haar/zijn voordracht.

Wat zijn de bepalende coördinaten die een bronpunt gaan vormen voor het op te bouwen verhaal, welke volgorde dient er in acht genomen te worden, wil het begrijpelijk worden voor de toehoorder, welke combinaties mogen nader belicht worden om de specifieke verhoudingen tussen de bepalende begrippen te kunnen beelden, welke interne en externe linken kunnen het verhaal zodanig tot klinken brengen dat het in de toehoorder evenzeer gaat resoneren, zodat er een vonk mag overslaan dan wel een vuur vermag te ontbranden, waarmee de toehoorder geïnspireerd zijns of haars weegs kan gaan.

Uiteindelijk beoogt systeem dynamiek het schetsen van een functioneel verband waarin mens en werkelijkheid elkaar ten dienste staan opdat ze met elkaar bouwen aan een constructieve harmonische interferentie.

Om in de leergang systeem dynamiek de benodigde competenties te definiëren, wordt in dit dynagram aangegeven waartoe de leerling, gezel en meester uitgenodigd mogen worden als het gaat om het vormgeven aan een onderzoek, annex presentatie.

English

Contrary and contrariety dynamics between research and lecture.

The way in which you do research is partly dependent on the chosen method. Within artesS context we distinguish the empirical cycle in coherence with the ontological paradigm, the phenomenological cycle with the the mythical paradigm and the action research cycle with the functional paradigm.

In the dynagram above the action research method with its four phases:

open dating, axial dating, conceptual dating, functional dating, is associated with the four facets of knowledge acquisition: data, information, intelligence, competence.

From the artesS perspective, the steps in the action research method should be modelled system dynamically by means of the configurative components of the ground pattern (see theory book). The action research method is also connected with the technique of mind-mapping.

The technique of mind-mapping is differentiated and used in fourfold by artesS: scheme, picture, model, pattern. In conjunction with this, elsewhere described as mind mapping, design mapping, conceptual mapping, functional mapping.

It concerns just as many, ever deepening, levels on which possible connections are mapped. The to be formed maps / grams concern the attempt to bring reality into imaging and into understanding, therefore, a map of the mind forms only the way in which and not so much the reality itself.

Step by step you have to collect your data in the open dating phase, whether or not on the basis of a question and / or hypothesis. The trick now is to organize this data in such a way that a mind map arises. A mind map has still a schematic character, it is a first attempt to order the available data.

In this first attempt at ordering, you should limit possible interfaces between a multitude of data in such a way, that you get insight into a possible class of notions, that may or may not be related to each other.

Next you have to define, delimit and describe the determinative notions in such a way, that you acquire with it a building block and / or cornerstone, so to speak, on which you can arrange a possible map / gram.

A well-defined notion forms an important coordinate in this, which we can describe on the one hand as a junction, in this notion something essential is brought about and on the other hand we can describe it as a source point, with this notion as a source we can put into action a possible functional conceptual field.

When you have a logical class of whether or not coherent relevant notions which you have found in your research process, it is important to examine how these determinative notions can relate to each other. If two determinative notions could relate to each other then you still have to determine on which axis those two notions can then be positioned. There are several axes available in a gram, see the ground pattern.

With the search for determinative axes you end up in the axial dating phase. You search which source points can possibly relate to each other in such a way that they can be positioned or not on a polar axis, a dual axis, an impulse axis, a place axis. With four axes you can already order 8 possible determinative notions so that you generate information. After all, data itself must still gain significance. In a certain axial relationship they may become informative.

Ordering data in such a way about the axes implies that they may gain significance in a mutual axial relationship. They can amplify each other, complement, follow each other, alternate and in such a way that they can form a possible relationship with each other. This brings us to the phase of a hypothetical concept: conceptual dating.

In this phase, possible connections between possible relevant notions on possible axial positions should be further investigated for possible contours, coherent connections. Contouring creates a possible conceptual framework in which and through which you begin to understand something. You are gaining insight about a possible connection. Further you need to examine this connection for its coherence and consistency. To what extent does this possible concept form a possible functional connection. Can you make a closing concept with a fitting story in an intelligent and insightful way.

‘Closing’ implies that the chosen relevant notions matter, that they do not exclude but embed each other, that they connect to each other in such a way that a fitting story is created. This also implies that the notions need to be repositioned where necessary depending on the different optics, reference frames, contexts, classes and possible other relevant notions.

It is a matter of mature consideration so that a intelligent design may arise from which something speaks. Eventually a view is created on what can form with each other a coherent conceptual connection, so that we can speak of a model in which the contours can be further made explicit.

To be able to make this more explicit it asks for a system dynamic validation on the basis of which the model is compatible or not with other models and in such a way that they form a coherent system dynamic pattern with a fractal structure. Fractals endlessly repeat in a unique way that what partly makes them similar and partly makes them differ.

The relevant notions on the relevant coordinates of a system dynamic field - in these the building patterns to be distinguished and / or grams (diagram / dynagram / etc) - must be positioned in such a way that they form an integral resonating field. A certain logical class of relevant notions is positioned axially so that the determinative notions on the various coordinates together form a conceptual connection in a functional dynamic field, casu quo pattern, a whole of analogue fields, maps and / or grams.

Only then we can incorporate a possible model into a whole of models, therewith it is a systemic knife working both ways. On the one hand, we bring complex phenomena in an image-logical ordered field into understanding and on the other hand we can investigate the complex reality from system dynamical ordered fields. On the one hand we integrate knowledge into manageable visual models and on the other hand we can use them to visor the reality to discover and reveal unexpected connections.

As soon as the model is able to illuminate something, it may be projected to highlight what has been brought to light and the presentation will start here. A model is projected on the wall that informs the audience of the lecture about what has been brought to light in the model.

However, the model - altough ingenious system dynamically substantiated and validated - is only a scheme for the listener and spectator. In other words, it does not yet resonate in the listener as a resonating field. It has yet to be resounded, be brought to life, through the lecturor and the presentation that patiently step by step must invite the spectator to participate in what wants to unfold.

To this end, the person holding the lecture must bring the determinative notions back to life. That means he no longer needs, in fact, he can no longer start at random. He must determine a clearly defined starting point from which he wants to build the presentation step by step and point for point, for this purpose she / he uses the model as a map on which she / he wants to set out the route for the construction of her / his lecture.

What are the determinative coordinates that will form the source point for the story to be built, which order should be taken into account if it is to be understood by the listener. Which combinations may be highlighted in order to be able to visualize specific relations between the determinative notions, which internal and external links can bring the story to resound so that it resonates equally in the listener, so that the audience will catch on, with which the listener may be inspired and go his or her own way.

Eventually, system dynamics aims to sketch a functional relationship in which man and reality serve each other so that they build a constructive harmonic interference with each other.

In order to define the required competences in the system dynamics course, this dynagram specifies for what the pupil, companion and master may be invited to when it comes to designing a research annex presentation of the lecture.