1. Van burgerparticipatie naar overheidsparticipatie, het diagram
Het model representeert het veld waarin 8 tot 9 dynamieken zichtbaar worden gemaakt, gebaseerd op een aantal formele regels die aan het veld ten grondslag liggen, o.a.:
– de leer der elementen, “vuur”, “lucht”, “water”, “aarde”;
– de leer van Aristoteles, de 4 oorzaken, “causa materialis”, “causa formalis”, “causa efficiëns”, “causa finalis”;
– de hermetische regels (Hermes Trismegistos, letterlijk de drievoudige hermes): alles hangt met alles samen O-Z, zo boven zo beneden, zo binnen zo buiten Z-W, pars pro toto N-W, en het geheel is meer dan de som der delen N-O.
Zie het dynagram“the elements and the groundrules”.
De kader regels zijn ontleend aan het werk van de Franse filosoof Michel Foucault, met name de regels van de analogie, zoals de regel van de aemulatio, convenientia, analogie, sympathie, antipathie gecombineerd met die van Hegel aangaande tegendeel en tegenstelling, relativiteit, polariteit, negatie.
Het model is geconstrueerd op de manier zoals onze hersenen werken, zoals we in ons hoofd een plaatje maken: we zien een boven en een onder, een links en een rechts, we herkennen onderverdelingen, we zien patronen. Het model is een patroon, er is een groot of klein veld te maken van elk separaat onderdeel.
Het model is een diagram en een diagram is een ruimtelijk geordend veld. Een voorbeeld hiervan is de PDCA cirkel van Deming. Deze staat voor Plan, Do, Check en Act en wordt in het bedrijfsleven gebruikt als een continue verbetercyclus. Zie het diagram PDCA cycle.
Diagrammen geven te denken. Vragen als wie, wat, waar, wanneer, hoe en waarom kunnen nieuwe zichten geven in het betreffende veld.
Een diagram is antropomorf, dat wil zeggen op de mens gelijkend. We zetten dan ook altijd hoofd boven (denken), buik onder (willen) en borst links in het midden (voelen).
In een diagram werkt Systeem Dynamiek met meerdere assen waarvan de 2 belangrijkste zijn de verticaal, de polaire as, de en-en as as, oftewel de “ruimte-as” en de horizontaal, de duale as, de of-of as, oftewel de “tijd-as”.
De verticaal, de “ruimte-as”, is in dit model de hoofd as en geeft het “dat wat is” in de ruimte weer; vanuit boven en beneden, top en down, denken en willen, overheid en burgerij. De overheid kan denken wat het wil, maar wat wil de burgerij.
Over de horizontaal, de “tijd-as”, wordt alles weergegeven wat zich in de tijd afspeelt; van verleden, naar heden (het nu), naar toekomst.
Omdat het niet makkelijk is om een transitie te bewerken van burgerparticipatie naar overheidsparticipatie en een midden te vinden tussen overheid en burgerij, plaatsen we “Zelfsturing / Leefbaarheidsbeleid” in het midden als middelaar tussen de overheid (top = regelen) en de burgerij (down = uitvoeren). Het midden middelt niet alleen tussen boven en beneden (tussen hemel en aarde, tussen denken en willen), tussen overheid en burgerij en vice versa, maar ook tussen verleden en toekomst, tussen burgerparticipatie en overheidsparticipatie.
2. Van burgerparticipatie naar overheidsparticipatie, Systeem Dynamisch uitgelegd
Dit model is een diagram en een diagram geeft een doorkijk naar het proces. In dit model worden de dynamieken die zich in de werkelijkheid voordoen op een systemische wijze in beeld gebracht. Daarmee representeert het model dat wat zich in de werkelijkheid voordoet.
Over de verticale as, de ruimte as, wordt alles weerspiegeld wat zich in de ruimte afspeelt en over de horizontale as, de tijd as, alles wat zich in de tijd afspeelt.
Hoe komen we van burgerparticipatie zoals we dat nu kennen naar overheidsparticipatie zoals we dat in de toekomst zullen gaan zien. En welke veranderingen komen daar allemaal bij kijken.
De werkgroep Zelfsturing / Leefbaarheidsbeleid is centraal in het midden gepositioneerd. Dat is de plek waar leefbaarheidsverzoeken binnenkomen en in behandeling worden genomen. Uiteindelijk zullen we zien hoe zelfsturing bijdraagt aan de cultuurverandering en gedragsverandering, die ons ten goede komt om van burgerparticipatie tot overheidsparticipatie te komen.
Leefbaarheidsverzoeken / burgerinitiatieven komen bottom-up binnen, vanuit inwoners, vanuit verenigingen en vanuit ondernemers. Van beneden naar boven over de verticale as, de ruimte as.
We plaatsen dit op Zuid vanwege de discentrische dynamiek die zich hier laat zien. Een populatie, een diversiteit aan mensen, een verscheidenheid aan verenigingen en een overvloed aan verschillende soorten beroepen, bedrijven en ondernemingen. Op Zuid, analoog aan de dynamiek van de zomer.
De binnengekomen verzoeken zullen getoetst moeten worden aan beleid dat top-down is vastgesteld. Wet- en regelgeving door de Rijksoverheid. Verordeningen, bestemmingsplannen, subsidieregelingen e.d. door de gemeentelijke overheid. Van boven naar beneden over de verticale as, de ruimte as.
We plaatsen dit op Noord vanwege de concentrische dynamiek die hier zichtbaar wordt gemaakt in een gekozen regering, volksvertegenwoordigers, afgevaardigden. Geconcentreerde, bij elkaar gebrachte inwoners, ondernemers die beleid convergeren tot wetten, regels en verordeningen. Op Noord, analoog aan de dynamiek van de winter.
Hier zie je al 2 belangrijke dynamieken verschijnen waar tussen bemiddeld dient te worden. De dynamiek van beneden naar boven, Z-N, het geprivatiseerde bottom-up en de dynamiek van boven naar beneden, N-Z, het gebureaucratiseerde topdown.
Hierin zal een evenwicht moeten worden gezocht (Midden) en dat is ook precies wat de werkgroep Zelfsturing / Leefbaarheidsbeleid doet tijdens de behandeling van leefbaarheidsverzoeken.
Op het moment dat er leefbaarheidsverzoeken binnenkomen, kunnen deze slechts getoetst worden aan het vigerende beleid. Beleid dat door de overheid is vastgesteld; wettelijke kaders waarbinnen verzoeken tot uitwerking kunnen komen.
We plaatsen vigerend beleid in het N-W kwadrant omdat het, over de horizontale as, de tijd as gezien, in het verleden (W), analoog aan de dynamiek van de herfst, is vastgesteld en top-down (N) is bepaald.
Omdat hier de overheid leading is, is hier dus sprake van overheidsinitiatief. Ook voor wat betreft de kaders waarbinnen de burger mag participeren.
Want ook al komen de leefbaarheidsverzoeken vanuit de inwoners (Z), zolang de overheid (N) bepalend is, is er nog geen sprake van burgerinitiatief maar van burgerparticipatie (Z-W). Er wordt nog altijd getoetst aan vigerend beleid (N-W), op basis van overheidsinitiatief (N-W).
Daar waar de verschillende dynamieken samenvallen, vindt het vergelijken, afwegen en toetsen plaats en kunnen we erachter of de ingediende verzoeken voldoen of niet voldoen.
Er zal dan iets anders in de plaats moeten worden gesteld, zoals een soort van overgangsbeleid, een omslagbeleid, om tot honorering van zo’n verzoek over te kunnen gaan.
We plaatsen omslagbeleid in het Z-W kwadrant omdat over de verticale as, de ruimte as gezien, de verzoeken vanuit de bevolking binnenkomen (Z) en over de horizontale as, de tijd as gezien, het toetsen altijd al, vanuit het verleden (W), zo heeft plaatsgevonden.
Het toetsen vindt plaats zoals we dat kennen in bijvoorbeeld leefbaarheidscommissies, welstandscommissies e.d. waar partijen, burgers en overheid wel gezamenlijk aan tafel zitten, maar vaak nog tegenover elkaar staan in hun gedachtegoed, ideeën en verwachtingen.
Ontwerpfase, besluitvorming, vergunningverlening, het vindt allemaal nog plaats op basis van overheidsinitiatief (N-W), waarbij de burger alleen nog maar participeert (Z-W). Dit alles schetst het verleden en het heden (W). Burgerparticipatie, zo ging het al jaren en zo gaat het nog steeds.
We plaatsen dit in het diagram op W, bepaald door wetten en regels van anderen, een heteronome positie.
Laten we nu over de horizontale as, de tijd as, de doorsteek maken naar de toekomst (O), analoog aan de dynamiek van de lente.
Maar als de burger wordt meegenomen in het toetsen (W), leert de burger de regels. Een taak die door de werkgroep (M) meegenomen kan worden in het Zelfsturingsbeleid. Hoe doen we dat, heel simpel beginnend, met tuintjes, jeu de boules banen etcetera? En vanuit het toetsen en de evaluatie hiervan ontstaat een ontwerp, een pilot (O).
Wanneer is er nou echt sprake van burgerinitiatief (Z-O)? De burger komt met een initiatief dat hij wil verwezenlijken. Die burger is helemaal niet bezig met beleid (N-W), hij wil gewoon zijn plan realiseren (O).
Die burger bevindt zich hier (Z-O), in het gebied waar we spreken van creatief beleid, want die burger wil het liefst nieuwe wegen bewandelen en niet meteen aan bestaande regeltjes voldoen.
We plaatsen creatief beleid in het Z-O kwadrant, omdat over de verticale as, de ruimte as, gezien, het ontstaat vanuit de bevolking (Z) en over de horizontale as, de tijd as gezien, het richting de toekomst (O) gaat.
Kijk, bijvoorbeeld, naar de gemeente Hollands Kroon, waar 80% van de regels uit de APV is geschrapt. Wat helemaal niet wil zeggen, dat dat altijd kan, zeker niet in het geval waar het de uitvoering van wettelijke taken betreft, en dat moet je ook niet willen.
Want als overheid zal je altijd moeten blijven meebewegen (N-O) met de dynamieken die zich voordoen in de samenleving (Z-O) en blijven participeren, zeker daar waar het wettelijke taken betreft. Hier is dus voor het eerst sprake van overheidsparticipatie (N-O), want de burger is leading, en neemt het burgerinitiatief (Z-O).
Er ontstaat een nieuwe situatie, een overgangsfase waarin overheid en burgers niet langer tegenover elkaar aan tafel zitten (W), maar samen rond de tafel zitten en er een nieuwe manier van denken is ontstaan: het zogenaamde omdenken (O).
Want een ontwerp zal altijd getoetst moeten blijven worden (W), denk aan de jeu-de-boules baan die zal moeten passen in een wijk; elk ontwerp behoeft toetsing, maar uiteindelijk ga je in de pilots (O) zien of er nieuw beleid moet komen (N-O).
Omdenken geeft richting aan coöperatief samenwerken door burger en overheid, waarbij de burger en overheid niet uit elkaar groeien, maar naar elkaar toe (O).
De werkgroep Zelfsturing creëert hiervoor een platform, zoals de klankbordgroep “flexibele bestemmingsplannen” die binnenkort ingesteld gaat worden en waarbij initiatiefnemers, burgers, samen met ambtenaren rond de tafel komen te zitten (O).
We plaatsen dit in het diagram op O, zelfstandig in het bepalen wat je wilt, een autonome positie.
Er wordt niet statisch getoetst aan regeltjes en op basis daarvan geëvalueerd (W), maar er wordt vanuit een dynamische benadering gedacht, zowel door de burger als door de overheid, zodat er samen wordt gestuurd (O).
De burger denkt mee vanuit de regelgeving, vanuit vigerend beleid (N-W) en de overheid denkt me vanuit creatief beleid (Z-O).
In de beginfase zal dit z’n uitwerking hebben in pilots die zullen gaan ontstaan en van waaruit een steeds groter zelfsturend proces op gang zal worden gebracht (O).
In pilots, van vigerend beleid (N-W) aan de ene kant en nieuw beleid (N-O) aan de andere kant, zullen go/no-go fases zijn waardoor zowel ambtenaar (N) als burger (Z) vinger aan de pols kunnen houden om verstarring (N) bij de overheid (het alsmaar willen vasthouden aan regelgeving) tegen te gaan en vervloeing (Z) bij de burgers (het alleen maar willen realiseren van eigen plannen) te voorkomen.
We plaatsen nieuw beleid in het N-O kwadrant omdat het over de verticale as, de ruimte as, gezien, wel wordt vastgesteld door de overheid (N), maar met de blik gericht op de toekomst (O).
Gedragsverandering (de burger laat zich informeren door overheid) en cultuurverandering (de overheid laat zich informeren door burger) zal door bemiddeling (van de werkgroep Zelfsturing / Leefbaarheidsbeleid) kunnen plaatsvinden. Hoe ver moet middenkader van elkaar of naar elkaar toe gebracht worden? Of via de afdelingen?
De dynamiek van de gedragsverandering bij de burgers zal leiden tot meer initiatieven vanuit de inwoners.
De dynamiek van de cultuurverandering bij de overheid zal leiden tot meer waardering voor de overheid.
Aangezien wij als ambtenaar zelf ook burger zijn, maken wij de veranderingen van beide kanten mee.