2013-02-15 – Sophia in beeld
Sophia, wat staat mij/ons te doen?
De terugkeer van de Sophia.
Op een of andere wijze komt de Sophia steeds meer in beeld. Heel ons werk rond systeem dynamiek hebben we ondergebracht onder de naam Artes Sophiae (artesS), de kunsten van de wijsheid. Zo iets bedenk je niet zo maar, dat is blijkens en blijkbaar voortgesproten uit een diepe intuïtie, alleen weet je dan niet zo gauw waar de Sophia voor staat. Geen nood, werkend in en vanuit het dictogram hebben we tot nu toe in twee sessies met elkaar de vraag onderzocht: Wie is de Sophia en Wat staat ons te doen in het licht van de Sophia? Deze twee sessies hebben we respectievelijk uitgewerkt in een aantal dynagrammen en diagrammen (zie hiernaast).
Werken in een dictogram is zoiets als een onderzoek doen naar wat er op dat moment gebeurt als je met elkaar als groep en ieder afzonderlijk met de onderzoeksvraag het veld in gaat om al of niet te ervaren wat er zoal spontaan achtereenvolgens in je opkomt en of wat het met je doet. Aangezien je niets snapt van wat er gebeurt en dat ook niet hoeft te begrijpen, is de enige zaak om exact te noteren wat en hoe het gebeurt, het waarom is totaal zonder zin op dat moment, het gebeurt en eenieder noteert exact wat er gebeurt.
Waar je dan op moet letten, wil je methodisch onderzoek kunnen verrichten, is bijvoorbeeld wie wat zegt op welk moment en waar dat in het veld plaats vindt en hoe het zich voltrokken heeft. En aangezien wij vele velden, lees dia en dynagrammen, systeemdynamisch compatible hebben ingericht kun je later door middel van vragen er achter komen wat het eventueel conceptueel gezien zou kunnen betekenen, maar dan zijn we reeds zeer vele stappen verder, zie voor alle zestien stappen de uitgewerkte diagrammen.
Een nogal omslachtige methode kan menigeen misschien opmerken en inderdaad kost het tijd en ruimte om zulks te ondernemen. Wat eruit voortspruit komt dan, hoe secuur je het ook uitwerkt, nog niet altijd meteen klaar en helder voor de geest. Als je het allemaal zo op een afstandje bekijkt, dan mag je gerust stellen dat het eerder een vertragende vorm van onderzoek betreft dan een versnellende vorm en dat klopt ook, misschien ligt hier nu juist de crux. Dat werd ons pas bewust bij het lezen van andere initiatieven waarin opnieuw aandacht werd gevraagd voor het fenomeen van de Sophia.
Want wie of wat is de Sophia? Een vraag die je vanuit een heel lange traditie, met heel veel wetenswaardigheden zou kunnen beantwoorden. Sophia betekent in het Grieks wijsheid. We kennen de Aya Sophia (de heilige Sophia) in Instanbul als gebouw en we kunnen aannemen dat die naam toen niet zomaar is ontstaan, blijkbaar leefde er een zeker weten, gnosis, omtrent de Sophia. Een weten dat we bijvoorbeeld terugvinden bij Valentinus uit de tweede eeuw. Daar is onder andere door G. Quispel en vele anderen over geschreven.
Een student van Quispel, Annine van de Meer, bij hem gepromoveerd, heeft er zelfs een hele website voor ingericht genaamd PanSophia, alom Sofia, de naam van haar academie en diverse studies gepubliceerd waaronder Van Sophia tot Maria.
Er is dus veel te doen en te lezen rond de Sophia, om slechts terzijde nog te vernoemen, de philo sophia (de liefde tot de wijsheid), de anthropos sohia (de mens in wijsheid), zodat we voorlopig een rijtje in beeld kunnen brengen van achtereenvolgens de Aya Sophia, de Philosophia, de Antroposofia en Artes Sophiae, de kunsten van de wijsheid.
Door de geschiedenis heen kan een spoor terug gevonden worden waarin elke keer de Sophia op een of andere wijze weer in beeld en daarmee voor het voetlicht wordt gebracht zoals bij Jacob Böhme met zijn geschrift Aurora (1612). Weinig ideeën spelen in het denken van Böhme zulk een grote rol als deze van de Sophia, aldus Francis Smets in zijn boek Sophia´s Terugkeer (1988). Hij verbindt de crisis in de moderniteit aan de hand van de religieuze crisis in de loop der eeuwen met het ontstaan van de moderne kunst.
De crisis in de moderniteit tovert Smets niet zo maar uit zijn hoed, vele auteurs in het verleden en heden ten dage, proberen op onderscheiden wijzen en vanuit verschillende invalshoeken deze crisis in de moderniteit uit de doeken te doen. Allemaal min of meer zeer herkenbare analyses. Daar is heel veel over te melden, maar in dit kader beperken we ons tot het fenomeen van de Sophia.
Van meet af aan heeft de religieuze (religie komt van religere, in de betekenis van verbinden) mens de Oorsprong benoemd in termen van een vrouwelijk en een mannelijk principe. Om maar een aantal metaforen te benoemen als (respectievelijk) stilte en diepte, grond en ongrond, pneuma en logos, sophia en christus. In welke mate de metaforen corresponderen met een essentiële en of existentiële, een meer sacrale en of profane werkelijkheid laten we in dit kader buiten beschouwing.
Ons is het te doen om het spoor van de Sophia enigszins, voor zover mogelijk in dit korte bestek, zichtbaar te maken, opdat we zicht krijgen op een groot aantal onderwerpen, die we binnen artesS blijkbaar niet zomaar aan de orde zijn gaan stellen en dat is niet even in een rijtje op te noemen. Daar zit een heel verhaal aan vast, een verhaal dat te maken heeft met de ontwikkeling van het denken, het latere wetenschappelijke denken, het door van C.A. van Peursen zo genoemde ontologische paradigma.
Terug gebracht tot een kenmerkende factor moet je feitelijk onderzoeken hoe het denken in de vorm van verstandelijk denken, analytisch denken, empirisch denken, mathematisch denken, wetenschappelijk denken, enzovoort zich heeft gedragen en zich nog steeds gedraagt. We hebben het dan niet over het wat, de inhoud van al deze vormen van denken, maar veeleer het hoe. Hoe gedraagt zich dit denken, wat evenzeer metaforisch benoemd kan worden als een vierkant, mannelijk, uitsluitend, object betrokken denken dat in wezen zich net zo totalitair kan gedragen als een dogmatisch totalitair regime, wanneer het elke andere vorm van onderzoek op grond van haar paradigma, afschrijft als pseudo wetenschap of kwakzalverij.
Het is maar hoe je denkt, welk denkraam je wilt hanteren, zijn we niet meer dan ons brein of hebben we een brein waar we ons van bedienen? Wat maakt dat we via de taal een bezittelijk voornaamwoord hanteren, wie is dat ons? Lees ik nu of leest mijn brein nu iets? Wat maakt dat de wetenschap zich lieert aan een eliminatief materialisme, een radicale filosofie die betoogt dat al onze opvattingen over denken en de geest onjuist zijn? Ondertussen wordt er wel gedacht door hormonaal aangestuurde hersenen die zich buigen over neurowetenschappers die blijkbaar onwetend zijn over de `wijze´ waarop hun hersenen aan het `denken´ zijn?
In de loop van de geschiedenis kan je keer op keer bemerken, via vele verschijningsvormen, dat dit masculiene denken evenzeer gecompleteerd wil worden door een feminien denken. Wat dit feminiene denken kan inhouden, kan hier slechts kortheidshalve vernoemd worden met woorden als weer zoeken naar verbanden, verbinding, synthese, beeldvorming, holisme, holarchie, etc.
Waar we binnen systeem dynamiek juist voor opteren is een functionele samenhang tussen het masculiene object betrokken denken en het feminiene subjectbetrokken denken, voor én een analytische begripsvorming én een synthetische beeldvorming, voor én empirisch onderzoek én fenomenologisch onderzoek. Maar het is niet voldoende om die twee sporen te behartigen er dient zich ook een middenweg aan, denkend vanuit het functionele paradigma en met behulp van systeem dynamiek kan er ook vorm gegeven worden aan action research, handelingsgericht onderzoek, dat zowel objectbetrokken als subjectbetrokken kritisch vorm dient te krijgen.
De hersenen moeten niet denken dat zij alleen gerechtigd zijn wetenschap te beoefenen, om maar even in beeldspraak te blijven, misschien zijn het buikbrein en of het hartbrein net zo intelligent. Net of in de wetenschapsbeoefening de wetenschapper buiten spel dient te staan, dat is door de Frankfurter Schule al voldoende uitgewerkt. Maar gek genoeg gaat het technologische en industriële complex als erfgenamen van een bepaalde wetenschapsopvatting geheel en al door op deze totalitaire voet, alsof hetgeen zij ondernemen geheel en al gefundeerd en gelegitimeerd kan worden door wellicht een ingeperkte vorm van wetenschap(reductionistisch). Immers je vindt en staaft wat je wilt zoeken, dat wat jou uitkomt en het tegendeel wordt al te vaak verdonkeremaand, is dat nou de objectieve onpartijdige wetenschappelijke grondhouding? Of zijn wetenschappers tegen wil en dank slachtoffer geworden van hun eigen streven en denken en of van de boeman die hen misbruikt, ze zijn er immers zelf bij zou je zeggen.
Blijkbaar dus niet helemaal, want er ontbreekt keer op keer de morele vraag, waartoe dit alles, mag alles wat we kunnen ook als zodanig vorm krijgen. Denken we nog na over de keerzijde van een ingeperkte reductieve wetenschapsbeoefening? Hebben we in de gaten dat we op de meest wetenschappelijke wijze onze leefwereld aan het verwoesten zijn, zowel intern als extern, zowel op micro als macro niveau? Wat maakt dat er gelukkig wetenschappers opstaan die ook de keerzijde van een eenzijdig technisch gedomineerd handelen tot voorwerp van wetenschappelijk onderzoek willen maken, hoewel ze het risico lopen, aangeklaagd te worden door Multinationale concerns, eenieder kan daartoe de feiten verzamelen.
Wat is dus wijsheid of beter wie wil de wijsheid gaan behartigen? Is dat misschien een hartgrondige reden om weer aandacht te vragen voor de Sophia? Niet om sofistisch gedrag te vertonen, want alle betweterij is hier hopelijk uit den boze, waar het om gaat, is, dat we wel degelijk oog moeten krijgen voor een denken dat wil erkennen dat er meer is tussen hemel en aarde dan we ooit gedacht hadden of ooit zouden kunnen denken. Is het denken en daarmee de hersenen dan niet een mogelijk voertuig van de geest? Werd deze geest van oudsher niet gedacht als logos en als pneuma? Wat maakt dat de ouden nog zicht hadden op de Aya Sophia en voor haar een prachtig bouwwerk hadden neergezet op aarde? Misschien kan een stil aldaar verwijlen ons helpen te her-inneren wie ooit de Sophia was, is en zal zijn.
Voor wie oog wil krijgen voor de Sophia nodigen we eenieder uit om in stilte de diepte te vorsen van elk grammetje, zowel naar beeld als begrip. De een minder de ander meer geslaagd, het is slechts een bescheiden aanvang om de Sophia weer in ons midden te denken. In en vanuit haar licht pogen we onze gebrusqueerde denkkaders tot transitie te bewegen, hopelijk tot heil van alle, ons dierbare, wezens op aarde. Onder transitie verstaan we het oog krijgen voor het wezenlijke, hoe onpeilbaar ook. Vandaar dat het werken in een dictogram ons kan helpen het onpeilbare te vermoeden, elke keer staan we verwonderd over het onvermoede en het vraagt heel wat denkwerk om het weer onder woorden te brengen, laat staan tot een verstaanbaar geheel dat ons handelen kan richten en inrichten, we kiezen in deze dan toch voor de vertragende weg, het begin van een onthaasten in een jacht naar het iets, misschien brengt het niets weer rust, stilte en diepte: de terugkeer van de Sophia in ons midden.
Inhoudsopgave