Phenomenological Cycle

Inhopudsopgave

Belangrijke noties omtrent Fenomenologie vind je hier:

Noties Fenomenologie

De fenomenologische cyclus in de praktijk vind je hier:

De Klimop
De Aardappel

Fenomenologie als woord is afgeleid van phenomenon, het uit zichzelf verschijnende en logos, het woord. Fenomenologie als onderzoeksmethode is op zoek naar het wezen dat zich laat zien zoals het verschijnt. Daarbij uitgaande van het feit, dat het fenomeen als zodanig de toegangspoort kan vormen naar hetgeen zich wil laten zien: het `wezen´ in en doorheen de verschijningsvormen.

Het wezen dat in staat is, in eigen taal, zich kenbaar te maken en wel via de wijze waarop het zich laat zien in haar vormen en zich gedraagt in de ontwikkeling van haar vormen. Dat onderzoek vraagt velerlei, onder andere het vermogen van de onderzoeker om zich de taal te eigenen van dit wezen, dat zich laat zien of wil laten zien door voorhanden fenomenen.

Achter of beter in elk fenomeen schuilt een iets of iemand die de feitelijk waarneembare verschijningsvormen doet ontstaan en wel zodanig dat de onderzoeker de betreffende vormtaal kan leren lezen, mits hij zich daartoe bekwaamt.

Doel van dit onderzoek is om te verstaan wat of wie zich in dat verschijnende uit zich zelve wil laten zien. Dit verstaan kan onder andere ertoe leiden dat we steeds beter begrijpen en verstaan hoe bijvoorbeeld een aardappel of een knoflookplant zich gedraagt of wil gedragen, opdat de teler via teeltmaatregelen zijn teelt kan optimaliseren ten dienste van de verdere ontwikkeling van deze planten.

Wat betreft de knoflook onder andere is er 28 jaar fenomenologisch onderzoek verricht binnen het kader van stichting Roos en Lelie, teneinde die teelt in dit koude kikkerland te kunnen introduceren en optimaliseren, zoals ooit de tulpenbol uit het warme Turkije is ingevoerd en nu inheems floreert.

Fenomenologisch onderzoek is een aparte tak van onderzoek naast een andere tak van wetenschapsbeoefening die zich baseert op de empirische cirkel qua methode en waarin het zoeken naar causale verbanden centraal dient te staan.

Het fenomenologische onderzoek is nog een jonge loot aan de de stam van het wetenschapsgebeuren, maar niettemin sinds het initiërende onderzoekswerk van Goethe een niet meer weg te denken methode, als het gaat om zicht krijgen op een niet zozeer kwantitatieve als wel een kwalitatieve dimensie van de werkelijkheid.

In de afgelopen jaren kregen we steeds meer zicht op hoe deze fenomenologische methode praktisch vorm kon krijgen. Hetgeen we praktiseerden en oefenden zowel in het veldonderzoek als in de fenomenologische trainingen (nu al zo een 28 jaar), hebben we, methodisch gezien, ondergebracht in de benodigde stappen.

Bovenstaande diagram laat in een notedop hetgeen zien wat we concreet met de trainees in week 2 trachten te klaren. Evenwel is daarmee het onderzoek pas in een eerste verkennend stadium aangeland en kan het vervolgd worden in de nog benodigde onderzoeksweken.

Praktisch gezien hebben we als leerweg 4 weken uitgewerkt. Met deze basis en de benodigde methodische stappen, kan elke trainee zelf onderzoekend een eigen fenomeen leren lezen, opdat deze methode een vruchtbare weg kan vinden in het opsporen van praktische toepassingen in land en tuinbouw, veeteelt en bijenteelt, etc.

Het diagram van de fenomenologische scholingsweg brengt twee onderscheiden routings in beeld, ze zijn beiden van belang, gelijkwaardig, maar niet gelijkvormig.

De object betrokken waarnemingsroute en de subject betrokken gewaarwordingsroute.

Beide routings volgen, geeft de trainee de mogelijkheid om enerzijds via de waarneming empirisch op zoek te gaan naar de voorhanden externe feiten en anderzijds via de gewaarwording zich te laten verrassen door de op handen zijnde interne feiten.

Elke route heeft zo haar specifieke karakteristieken en vraagt ook om het ontwikkelen van specifieke vaardigheden. Beiden zijn uitgewerkt in 8 stappen. In de training worden die routings om de andere dag geoefend, aangezien ze in het vigerende onderzoek ten strengste onderscheiden dienen te blijven.

De wijze waarop de resultaten van beide routings met elkaar in verband gebracht kunnen worden, vraagt een specifieke vaardigheid in het kunnen hanteren van mogelijke oplichtende en of inlichtende analogieën. Deze spiegeling tussen begrip en beeld leren vorm geven, is dan één van de te verwerven competenties in het fenomenologische onderzoekswerk.

Studie en training vormen de ene weg, maar ook hier leer je fenomenologisch denken en werken in en vanuit de concrete praktijk. Het unieke van onze fenomenologische methode is dat zij in het verzamelen van de empirische en fenomenologische gegevens gebruik kan en dient te maken van het beschikbare systeem dynamische instrumentarium.

In het bijzonder de duogrammen en de dictogrammen, zie aldaar.

Voor de lezer die zich verder wil verdiepen in hetgeen we onder fenomenologie verstaan, die kan zich inlezen in de verdiepende subpagina. We wensen haar/hem veel genoegen.

English


Phenomenology as a word is derived from phenomenon, the appearing from itself and logos, the word. Phenomenology as a research method is looking for the being that shows itself as it is appearing. We assume the fact that the phenomenon as such can form the gateway to that what wants to show: the ‘being’ in and throughout the manifestations.

The being that is able to make itself known, in its own language, through the way in which it shows itself in its forms and behaves in the development of its forms. This research asks many things, including the ability of the researcher to appropriate the language of this being, which shows or wants to be shown by available phenomena.

Behind or better in every phenomenon lies a something or someone who creates the actual observable manifestations, such that the investigator could learn to read the relevant form language, provided he trains himself to do so.

The aim of this research is to comprehend what or who appears in this form from itself. This comprehension can, among others, lead to an increasing understanding and comprehending of how, for example, a potato or a garlic plant behaves or wants to behave, so that the grower can optimize his cultivation through cultivating measures to serve the further development of these plants.

With regard to garlic, among others, 28 years of phenomenological research has been carried out within the framework of the Roos en Lelie foundation, in order to be able to introduce and optimize this cultivation in this ‘cold frog country’, as the tulip bulb was once imported from the warm Turkey and is now flourishing indigenously.

Phenomenological research is a separate branch of research next to another branch of scientific practice that is based on the empirical cycle in terms of method and in which the search for causal connections should be central.

Phenomenological research is still a young shoot at the trunk of the scientific practice, but nevertheless a method that cannot be ignored since Goethe’s initiating research work, when it comes to gaining sight into a not so much quantitative but rather a qualitative dimension of the reality.

In the recent years we have gained more and more insight in how this phenomenological method could take practical form. What we practiced and trained both in the field research and in the phenomenological trainings (for about 28 years now), we have, methodically seen, accommodated into the necessary steps.

The diagram above shows in a nutshell what we are trying to manage in concrete terms with the trainees in week 2. However, this means that the research has only arrived at an initial exploratory stage and can be continued in the research weeks that are still required.

In practical terms, we have worked out 4 weeks as a learning path. With this basis and the necessary methodical steps, each trainee himself can learn to read an own phenomenon in a researching way, so that this method can find a fruitful way in finding practical applications in agriculture and horticulture, animal husbandry and beekeeping, etc.

The diagram of the phenomenological training path brings into picture two distinguished routings, they are both of importance, equivalent, but not equiform.

The object-involved observing route and the subject-involved sensing route.

A comment on the explanation of the two terms:

To observe -> observing -> observations -> object related observations.

To sense -> sensing -> sensations -> subject related sensations.

Following both routings gives the trainee the opportunity to search empirically, through observing, for the available external facts on the one hand, and to be surprised by, through sensing, the imminent internal facts on the other.

Each route has its specific characteristics and also asks for the development of specific skills. Both are elaborated in 8 steps. In the training, those routings are practiced every other day, since they must stay strictly distinguished in the prevailing research.

The way in which the results of both routings can be brought in connection to each other, asks for a specific skill in being able to handle possible lighting up and / or enlightening analogies. Then ‘learning to shape’ this mirroring between notion and image is one of the competences to be acquired and used in the phenomenological research work.

Study and training form this one road, but here too you learn to think and work phenomenological in and from the concrete practice. The uniqueness of our phenomenological method is that it can and should make use of the available system dynamic instruments in collecting the empirical and phenomenological data.

In particular the duograms and the dictograms, see there.

For the reader who wants to delve further into what we mean by phenomenology, he or she can read this deepening subpage. We wish her / him a lot of pleasure.