Hologram
Hologram:
Het hologram (bouwpatroon) maakt de wisselwerking zichtbaar tussen de twee bouwpatronen. De ene geordend in een dynagram en de andere in een diagram. Deze vervlechting tussen dynagram en diagram vormt een harmonisch geheel waarin de synthese tussen deze twee bouwpatronen dynamisch in beeld kan worden gebracht met behoud van alle karakteristieke raakvlakken en de daarmee samenhangende resonanties. Daar waar in een duogram, het dynagram en diagram nog gespiegeld ten opzichte van elkaar blijven staan, worden ze in een hologram met elkaar vervlochten. Zie onderstaande hologram.
In bovenstaand hologram komen 4 bronpunten, zoals we die kennen van het dynagram, en 4 bronpunten, zoals we die kennen van het diagram in elkaars bereik te liggen, zodat er wederzijdse raakvlakken kunnen ontstaan. Ze komen op deze wijze in een bijzondere verhouding te staan.
Zo zien we, als we met de elementen (die op de diagonalen staan) beginnen, dat het vuurkwadrant van het dynagram (blauw) zich moet verhouden tot het waterkwadrant van het diagram (rood). Hetzelfde zien we gebeuren met betrekking tot de drie andere elementen. De elementen van dynagram en diagram komen door hun posities in het hologram in een bijzondere wisselwerking te staan.
Met deze eerste stap in de wijze waarop we diagram en dynagram positioneren, kunnen we een complexer hologram ontwerpen. In het duogram zien we dat het diagram in het midden van het dynagram wordt gepositioneerd, evenwel met tegenover elkaar staande posities, daar waar het bij het hologram juist gaat over de wisselwerking tussen de elementen, maar vervolgens ook tussen de windstreken. Zie onderstaande hologram.
Hologram, windroos in relatie tot elementen in kleur, zie bovenstaand hologram.
Elementen: Vuur, lucht, water en aarde staan door hun raakvlak op de diagonale assen, het statische kruis, met elkaar in wisselwerking.
Evenzo staan de 4 wind -streken/-richtingen: oost, zuid, west en noord op het dynamische kruis (verticaal en horizontaal) met elkaar in wisselwerking.
Zo ook de 4 in/uitwerkingen: zuidoost, zuidwest, noordwest en noordoost.
In het midden op het diagram in een ruimtetijd veld.
In de periferie op het dynagram in een tijdruimte veld.
De groene driehoek met de punt op west (geel) in het diagram, heeft een wisselwerking met de oost dynamieken van de groene cirkel in het dynagram.
De rode driehoek met de punt op noord (blauw) in het diagram, heeft een wisselwerking met de zuid dynamieken van de rode cirkel in het dynagram.
De gele driehoek met de punt op oost (groen) in het diagram, heeft een wisselwerking met de west dynamieken van de gele cirkel in het dynagram.
De blauwe driehoek met de punt op zuid (rood) in het diagram, heeft een wisselwerking met de noord dynamieken van de blauwe cirkel in het dynagram.
Al deze onderscheiden wisselwerkingen vormen interactieve spiegelende raakvlakken, die het mogelijk maken om complexe processen in beeld te brengen. Zie daartoe bijvoorbeeld het hologram van de Rozemarijn met betrekking tot al haar heilzame werkingen op de Yin organen zoals dat in de Chinese systematiek wordt uitgewerkt.
Vervolgens hebben we ter toetsing, de onderscheiden beeld logische regels, in onderstaande hologram verwerkt, teneinde een begin te kunnen maken met het adequaat kunnen positioneren van complexe processen, zie voor de verdere uitleg onderstaande holoigram.
De 4 bronpunten, oost, zuid, west en noord liggen achtereenvolgens in het midden van de vier gekleurde cirkels: Bronpunt oost ligt centraal in de groene cirkel, bronpunt zuid ligt centraal in de rode cirkel, bronpunt west ligt centraal in de gele cirkel en bronpunt noord ligt centraal in de blauwe cirkel. Door deze vier bronpunten heeft het hologram vier relatieve op elkaar betrokken middens met een overlappend bereik analoog aan de dynagrammtische posities. De 4 kleuren staan voor de vier windrichtingen: groen voor oost, rood voor zuid, geel voor west en blauw voor noord. Zie Max Lüscher.
De groene cirkel op oost raakt in haar omtrek het midden van de gele cirkel op west en vice versa, daarmee ontstaat een holografische horizontale duale spiegeling tussen oost en west. De rode cirkel op zuid raakt in haar omtrek het midden van de blauwe cirkel op noord en vice versa, en laat een verticale polaire holografische weerspiegeling zien.
Het bereik tussen deze vier bronpunten wordt met een zwarte cirkel grafisch weergegeven en omsluit tevens de ingetekende 12 ster, analoog aan de diagrammatische posities. Hierdoor komen de twee tegenover elkaar staande bronpunten in de zwarte cirkel om de 12 ster naast elkaar of op elkaar te liggen. Het oostpunt van de twaalfster ligt nog in het bereik van de groene cirkel (oost), die het midden raakt van de gele cirkel (west). Het zuidpunt van de twaalfster ligt in het bereik van de rode cirkel (zuid), die het midden raakt van de blauwe cirkel. Het westpunt van de twaalfster ligt in het bereik van de gele cirkel gele cirkel (west), die het midden raakt van de groene cirkel (oost). Het noordpunt van de twaalfster ligt in het bereik van de blauwe cirkel (noord), die het midden vormt van de rode cirkel (zuid).
Wanneer bij de te onderzoeken data de wisselwerking tussen het ene bronpunt en het andere bronpunt zeer dichtbij elkaar ligt, komt een hologram te voorschijn. De overlap van het bereik van de bronpunten is een werkelijke en werkzame overlap, maar vraagt grafisch gezien de inzet van cirkels, lijnen en kleuren en de daaraan verbonden systeem dynamisch uitgewerkte dynamieken. Zonder deze grafische inzet zou in het centrum een ratjetoe aan van alles ontstaan, waaraan geen structuur of ordening zichtbaar kan worden.
In het hologram zien we het dynamische kruis met de horizontale en verticale as, waarvan de armen, die elkaar raken en deels overlappen, in het hologram ieder een eigen kleur vertegenwoordigen en daarmee de holografische wisselwerking tussen dynagram en diagram zichtbaar kunnen maken. Zie op oost de groene arm die in de 12 ster een gele component in zich draagt, zo ook op zuid de rode arm met een blauwe component, op west de gele arm met een groene component en op noord de blauwe arm met een rode component.
Doordat het bereik van de groen cirkel vanuit bronpunt oost tot aan bronpunt west (het midden van de gele cirkel) reikt en vice versa, wisselen ze horizontaal van positie. Het oost van links komt rechts in het midden van de gele cirkel te staan en het west van rechts komt links in het midden van de groene cirkel te staan.
Doordat het bereik van de blauwe cirkel vanuit bronpunt noord tot aan bronpunt zuid (het midden van de rode cirkel) reikt en vice versa, wisselen ze verticaal van positie. Het noord van beneden komt boven in het midden van de rode cirkel te staan en het zuid van boven komt onder in het midden van de blauwe cirkel te staan.
Bovenstaande raakpunten worden grafisch vorm gegeven door de centrale zwarte cirkel. De coördinaten / bronpunten aan de buitenzijde van de centrale zwarte cirkel staan in een tijdruimte verband (dynagram), de coördinaten / bronpunten aan de binnenzijde van de centrale zwarte cirkel staan in een ruimtetijd verband (diagram). De bepalende bronpunten (oost – zuid – west – noord), die deze bemiddelen, kunnen zowel als een dynagram als een diagram worden gelezen.
In het midden van de zwarte cirkel staat de twaalf-ster ingetekend, die wordt gevormd door vier driehoeks verbanden met ieder een eigen kleur, die samenvalt binnen het bereik van één van de vier grote cirkels. Hiermee wordt zichtbaar hoe de twaalf-ster als diagram mede gekleurd wordt door het dynagram met de vier grote gekleurde cirkels. De groene cirkel kleurt de west driehoek van de twaalfster groen, de rode cirkel kleurt de noord driehoek rood, De gele cirkel kleurt de oost driehoek geel en de blauwe cirkel kleurt de zuid driehoek blauw. In de twaalfster van het hologram wordt hiermee de wisselwerking tussen dynagram en diagram in beeld gebracht. Let wel, ook in de twaalfster blijft in de genoemde driehoeken, oost groen, zuid rood, west geel en noord blauw.