Verbanden
Onder verband verstaan we een dynamiek tussen het ene en het andere, tussen twee of meerdere coördinaten. Dit verband kan aan ruimte en of tijd gerelateerd worden. Een verband in de tijd noemen we een configuratie: de wijze waarop iets in de tijd wordt geordend. Een verband in de ruimte noemen we een compositie: de wijze waarop iets in de ruimte wordt gestructureerd.
Cruciale verbanden
Door en met de bronpunten kunnen we de cruciale verbanden, die we contouren noemen, nader specificeren.
Aan het begrip contouren verbinden we de regulerende wisselwerkingen van tijd en of ruimte, proces en of inhoud, betrekking en of positie.
De wisselwerking tussen tijd, proces en betrekking reguleert de ledige ordening van de contouren.
De wisselwerking tussen ruimte, inhoud en positie reguleert de delige structuur van de contouren.
De ordening van de contouren zorgt voor de ordening van het grondpatroon.
* Contouren en resonanties zorgen voor een mogelijke ordening van het grondpatroon
* Contouren en resonanties zijn fluctuerend rond een bewegelijke lijn, homeorhese
Bij de contouren ligt de nadruk meer op de ordening dan op de structuur.
Bij de contouren spelen tijd en ruimte verbanden een belangrijke rol in de wisselwerking tussen kwaliteit en kwantiteit.
* De tijd heeft in het verband een meer kwalitatief karakter
* De ruimte heeft in het verband een meer kwantitatief karakter
We spreken over 4 contouren:
* Proces
* Inhoud
* Positie
* Betrekking
Ook de contouren verhouden zich tot configuratie in de tijd en compositie in de ruimte.
Proces en betrekking verhouden zich meer tot de tijd (configuratie)
Positie en inhouden verhouden zich meer tot de ruimte (compositie)
We spreken over processen en inhouden in een tijdruimte. In een tijdruimte (dynagram) is de tijd primair (de ruimte ontstaat hier uit de dynamiek van de tijd).
We spreken over posities en betrekkingen in een ruimtetijd. In een ruimtetijd (diagram) is de ruimte primair (de tijd ontstaat hier uit de dynamiek van de ruimte).
Alternatieve verbanden
In een gram kunnen alternatieve coördinaten in een mogelijke alternatieve verband gebracht worden. Toch blijven deze alternatieve verbanden in relatie tot de contouren staan.
Bijvoorbeeld. In deze ‘gram’ (Frame Casus) staan alle 12 maanden (inhouden) in een jaarloop (proces). Dit proces wordt gekoppeld aan ‘de maanden waarin de dagen korter worden’ en ‘aan de maanden waarin de dagen langer worden’. Het proces is in het grondpatroon aanwezig maar wordt niet in deze ‘casus gram’ letterlijk benoemd.
Verbanden in relatie tot de te onderzoeken data
Binnen de gevonden woorden van de te onderzoeken data zoek je naar bepaalde verbanden, die permanent en semi permanent kunnen zijn. Je zoekt een dynamiek tussen het ene en het andere woord en tussen de verschillende woorden.
In de te onderzoeken data zijn nog vele andere verbanden mogelijk, binnen systeem dynamiek beperken we ons tot de contouren en alternatieve verbanden.
Tijdens het onderzoek kun je je afvragen wat het overeenkomstige verband is tussen deze woorden. Bijvoorbeeld, gaat het hier meer om een tijds verband en of meer om een ruimte verband. Binnen systeem dynamiek hanteren we tijd gerelateerde en ruimte gerelateerde verbanden (contouren) maar of bepaalde data zo uitgesplitst kunnen worden, hangt mede af van hun eigen aard en/of werkelijkheid.
Een belangrijke vraag, die je je kan stellen is: tot welke logische klasse behoren deze woorden?
Met logische klasse bedoelen we bijvoorbeeld:
Lente, zomer, herfst, winter. Ze behoren tot de logische klasse van de 4 seizoen. Deze seizoenen hebben een cyclisch tijdverband. Ze volgen elkaar op in een specifieke volgorde. Ze staan in een of/of verband in de tijd.
Afhankelijk van je begrippen, de context, je referentie kader en de nog verdere te onderzoeken data (met hun coördinaten, verhoudingen, verbanden en raakvlakken) kan binnen 1 gram en bij meerdere verschillende grammen, dezelfde logische klasse in een ander verband komen te staan.