De twee grote cirkels vormen de hemel (boven) en de aarde (onder). In het beeld symboliseren we dat de bronpunten (centra) van hemel en aarde elkaar zo naderen dat het bronpunt van de hemel een deel wordt van de periferie van de aarde en het bronpunt van de aarde wordt een deel van de periferie van de hemel. Op deze wijze vormen beide cirkels een nieuw midden; we noemen dit nieuwe veld een hologram. In het midden van dit hologram komt de aarde cirkel boven (-knowledge) en de hemel cirkel (heartbeat) beneden te liggen. Op deze wijze worden hemel en aarde op een symbolische wijze samengebracht (2 the point).
Deze twee cirkels vormen met elkaar 2 kruis punten.
Aan de rechter kant, west, zijn ze aan elkaar verbonden, transformatie symboliserend.
Aan de linkerkant, oost, zijn ze los van elkaar, transmutatie verbeeldend.
Met en vanuit deze twee kruispunten wordt zichtbaar hoe de tijd, de horizontaal, ruimtelijk gezien, de verbindende schakel kan gaan vormen tussen hemel en aarde. De tijd geeft de mogelijkheid ze nader te doen verbinden; wat de opdracht genoemd mag worden van de mens die het midden gaat scheppen tussen hemel en aarde.
Deze horizontaal wordt door de samenkomst en doorsnijding van wederzijdse cirkels verdeeld in een drieledige structuur: verleden, heden en toekomst.
De hier en nu positie in het exacte midden laat de volle hartslag zien, waarin tot uitdrukking komt, dat slechts in het hier en nu moment de volledige realisatie tussen hemel en aarde dient plaats te vinden en wel vanuit het hart.
Er is geen toekomst zonder dit midden, vandaar de enigszins afgezwakte edoch speelse rimpeling van het hartritme (linkerzijde), niettemin zal er toekomst blijven.
De kleine rimpelingen aan weerszijden van de middelste hartslag geven symbolisch de diagram posities weer (rechts-oost-buiten, links-west-binnen).
De grafiek (van de hartslag monitor) symboliseert de ontologische kennis en de cirkels de mythische kennis. Beide paradigma´s, verbeeld in grafiek en cirkels, worden gesynthetiseerd in het Functionele paradigma en systeemdynamiek is daartoe het functionele instrument. Oud en nieuw vormen letterlijk en figuurlijk de bouwstenen van dit nieuwe paradigma.
In die middelste slag zijn er 2 uitschieters: 1 naar beneden en 1 naar boven. Dit symboliseert de verticale dynamiek. De ruggengraat die ontstaat van uit het hart. Het hart waar hemel en aarde samen komen.
Na de horizontaal dienen we ook de verticaal in beeld te brengen.
Gezien de aloude symboliek hebben we gekozen voor de ruggengraat, speels vormgegeven tussen masculiene en feminiene krachten, uitgebeeld als de mythische ladder tussen hemel en aarde, waarlangs hemelse en aardse krachten kunnen indalen en opstijgen.
De staanders van deze ladder symboliseren respectievelijk de doodsboom en de levensboom, maankrachten en zonnekrachten, kortom het symbool van de axis mundi, de wereldboom, de kosmische boom.
De mens(en) vormen met elkaar de ruggengraat, dit wordt in het logo uitgebeeld door 6 (6 en zesster staan symbool voor de integratie tussen hemel en aarde) dansende mensen. Dansend, speels en sierlijk. Ze zijn gepositioneerd volgens het hologram (met in het midden de diagram posities). Onderin, de discentrische positie, analoog aan de buik, zien we 2 dansers, dansend naar buiten toe gericht. In het midden, analoog aan de borst, vormen 2 dansers het hart en bovenin, de concentrische positie, vormen de 2 dansers, strakker vorm gegeven en naar binnen toe gericht, het hoofd.
Dansend de verbinding vormen tussen hemel en aarde. Met elkaar vormen we een Wij, een groep, een organisatie. Zeer wel worden ook de feminiene en masculiene facetten in iedere mens, in ieder van onszelf in beeld gebracht. Het mannelijke, vormgegeven in lichtgrijs en op rechts (het oosten van het diagram) gepositioneerd, geven schaduw. Het vrouwelijke in donkergrijs, links (het westen van het diagram) gepositioneerd, stralen licht uit. Dit geeft de wisselwerking en spiegeling weer tussen oost en west, ochtendgloren en avondschemering, opgang en ondergang (hologram). Tegelijkertijd versterkt hun contrast de vorm van de ruggengraat. In een duale dynamiek vormen deze 2, in verbinding met elkaar, een derde: de ruggengraat.
De ruggengraat, de verticaal die de horizontaal kruist, kan ook gezien worden als de oeroude jakobsladder en of ladder van de sjamaan alwaar respectievelijk engelen en of sjamanen op en neer tussen hemel en aarde kunnen pendelen. Deze ladder laat ook zien hoe die op- en neergaande dynamiek in en door de mens heen via zijn ruggengraat plaats kan vinden. Deze ruggengraat symboliseert ook de ik-functie: je rug rechten en gaan staan voor hetgeen in artesS verband jou belangt, te doen behartigen.
Deze´ladder´ vormen mag gezien worden als een heel persoonlijke opdracht als wel ook een samenspel tussen masculiene en feminiene krachten in ieder van ons als wel tussen beiderlei kunnen. Dit laat ook zien, naast het benodigde communicatieve samenspel, dat het vrouwelijke en het mannelijke, de ida en de pingala in ons geharmoniseerd dienen te worden, willen we hemel en aarde, respectievelijk het masculiene en het feminiene, doen harmoniëren in wat Wassily Kandinsky heeft genoemd het heilige huwelijk tussen hemel en aarde. Dit heilige huwelijk dient iedere mens en in samenspel met elkaar te voltrekken als vrucht van deze evolutie. Een evolutie waarin de mens als 10e dimensie is betrokken en wel om in de tijdslijn de wijsheid (de sophia) te doen verbinden met de liefde (de christus).
Een elegante, soepele, dans die samen met elkaar gedanst word. Dit lijkt simpel, echter gaat dit, achter de schermen, gepaard met veel discipline, oefenen, herhaling, spierkracht, mentale kracht, vallen, opvangen, stilstaan, doorgaan, vertrouwen, samenwerking, plezier, passie enz. Iets wat we ook terug vinden in het leren en leven van systeemdynamiek.
Door de donkergrijze dansers voor het hart ritme te plaatsen loopt de grote hartslag midden door het gedanste hart heen. Het mythisch gedanste hart en het ontologische, met een monitor, grafisch weergegeven hart komen in het functionele hart samen.
In dit midden zie je een asymmetrie tussen de middelste hartslag en het gedanste hart, links van de ruggengraat loopt hij door. Dit symboliseert dat de mens de verticale dimensie tussen hemel en aarde zowel dient te integreren als te completeren; daarmee wordt uitgebeeld dat de mens duidelijk nog iets meer te doen heeft dan hemel en aarde bijeen te brengen.
Hij dient ook wezenlijk aan nog iets nieuws vorm te geven en wel het volgende. De kosmische wijsheid, gerepresenteerd als en mogelijk gemaakt door de Sophia, de maan, het vrouwelijke, dient door de mens aangevuld te worden door de liefde, gerepresenteerd als en mogelijk gemaakt door de christus, de zon, het mannelijke. Met andere woorden de mens dient in zich wijsheid en liefde te verenigen; deze integratie realiseren, brengt zowel de hemel als de aarde verder.
De horizontaal loopt door naar het oosten, naar de toekomst, verlaat het midden van verticaal en horizontaal en geeft op deze wijze uitdrukking aan de tijd, de wording, hetgeen nog te doen staat. Als dit heilige huwelijk tussen hemel en aarde, verleden en toekomst, west en oost, wijsheid en liefde, het feminiene en masculiene voltrokken kan worden dan is hetgeen de mens wezenlijk te doen staat ingelost en zal de taak van de mens als tiende hiërarchie haar beslag krijgen, immers zonder deze wezenlijke aanvulling van de mens komt er niets toekomstigs en dus ook geen synthese tussen kosmische wijsheid en aardse liefde tot stand.